ACHT INNOVATIEVE WOONBOXEN STAAN EEN EERSTE KEER IN MOLENBEEK
Leegstand aanpakken met tijdelijke woningen
Brussel telt ongeveer 1 miljoen m2 aan leegstaande kantoorgebouwen en tegelijkertijd is er een tekort aan betaalbare woningen. Met het innovatieve project WoonBox stelt Samenlevingsopbouw Brussel een oplossing voor. Hun tijdelijke houten dorp van acht modulaire woningen staat nu op de Cinoco-site in Molenbeek.
Het was in een van de leegstaande WTC-torens aan het Brusselse Noordstation dat het idee van WoonBox bij de medewerkers van Samenlevingsopbouw Brussel ontstond. Drie jaar later, in december 2020, settelden de eerste bewoners zich in hun woonbox in Molenbeek. Stijn Beeckman, teamcoördinator wonen, en Hanna Clarys, projectverantwoordelijke WoonBox, vertellen hoe de woonboxen vorm kregen en hoe het eerste half jaar verhuring liep.

Duurzame formule
Stijn: “Inzetten op tijdelijke woonvormen zit al langer in het DNA van Samenlevingsopbouw Brussel. Door mensen een tijdelijke woonoplossing aan te bieden, geven we hen een time-out, een moment van rust, op de bestaande huurmarkt. Zo ondersteunen we hen om andere thema’s, zoals onderwijs, werk, … aan te pakken en helpen we hen doorstromen naar een meer structurele woonoplossing.”
“We hadden al enige ervaring met de renovatie van leegstaande appartementsgebouwen tot tijdelijke woningen. Alleen hadden we steeds minder toegang tot die leegstaande appartementsgebouwen en kostten de renovaties veel geld. Toen we in een van de leegstaande WTC-torens27 ongebruikte etages vonden, kwamen we tot de vaststelling dat er in zo’n kantoorruimtes nog heel wat onderbenut potentieel zat. Zo ontstond het idee van een modulair box-in-box-systeem.”
“Deze tijdelijke woonoplossing geeft bewoners rust en tegelijkertijd een boost voor de toekomst.”
Hanna Clarys
Partners in innovatie
Stijn: “In de bouwfrma Martin Vandereyt & Zonen, uit Zonhoven, vonden we een partner om ons modulair bouwsysteem te ontwikkelen. KU Leuven hielp ons om de inplanting van dit pilootproject uit te tekenen. Ondertussen hebben we samen met de frma Martin Vandereyt & Zonen een internationaal patent op dit model.”
“Een gebouw vinden was wel een hele zoektocht. Heel wat eigenaars waren geïnteresseerd, maar aarzelden om in zee te gaan met een volledig nieuw concept waar nog geen specifeke regelgeving voor bestaat.”

Met woonboxen kan leegstaande ruimte tijdelijk herbestemd worden en een invulling krijgen die een meerwaarde vormt voor de buurt.
Hanna: “Dat we uiteindelijk op deze site in Molenbeek belandden, is een groot geluk geweest. Binnenkort wordt dit gebouw gerenoveerd en omgevormd tot de middelbare Egied van Broeckhovenschool. De eigenaar, vzw Ignatus Scholen in Beweging, vond het daarom interessant om het gebouw nu al een sociale functie te geven en tegelijkertijd beter te integreren in de buurt. Zo hebben wij als tijdelijke beheerder de overige ruimtes in het gebouw beschikbaar gesteld voor kunstenaars, jeugdverenigingen, sportclubs en andere buurtinitiatieven.”
Stijn: “Ook de gemeente Molenbeek steunde ons om het gebouw zo open te stellen. Er is namelijk een tekort aan ruimtes voor verenigingen en sportclubs, waardoor dit project erg welkom was. Op de tweede verdieping is het woonboxdorp. We hebben eigenlijk nooit klachten of vragen van de buurt gekregen, misschien net omdat het gebouw een functie voor de buurt heeft.”
Hanna: “Voor de bewonersbegeleiding werken we samen met CAW Brussel en Aprèstoe. Doordat Samenlevingsopbouw meer focust op groepscohesie, hadden we nood aan partners voor individuele begeleiding. CAW Brussel vond de woonboxen een goede oplossing voor kwetsbare jongeren en voor grote gezinnen die vaak terechtkomen in moeilijk betaalbare huisvesting. Aprèstoe werkt vooral met kwetsbare alleenstaande moeders met kinderen.”
Individuele begeleiding en groepscohesie Hanna: “Zeven van de acht boxen zijn nu bewoond. Er wonen drie koppels met kinderen, twee alleenstaande mama’s (binnenkort drie) en twee alleenstaande jongeren. In totaal zijn er dus 24 bewoners. We hebben hen in samenspraak met de welzijnspartners gekozen op basis van enkele criteria die we samen opstelden. Dit project is erg tijdelijk: het loopt van december 2020 tot mei 2022, waarbij de bewoning al rond maart 2022 moet stoppen. Daardoor kozen we kandidaten die al in een begeleidingstraject zaten. Zij hebben net dit laatste moment aan stabiliteit en rust nodig om een verdere doorstart te kunnen maken. De verschillende profelen geven een sterke mix die goed blijkt te werken. Uit ervaring weten we dat verschillende dynamieken bij elkaar heel waardevol voor de groepscohesie zijn.”

Het doel is om huurders via een individueel traject te laten doorstromen naar structurele huisvesting.
Stijn: “De kandidaten moeten natuurlijk openstaan voor deze innovatieve woonvorm en het collectieve traject. We zetten immers niet alleen in op individuele begeleiding via de partners, maar vanuit Samenlevingsopbouw werken we ook aan het groepsgevoel en de collectieve solidariteit. Dat is het voordeel van een industrieel gebouw tegenover een leegstaand appartementsgebouw: hier kan je gemakkelijker een gemeenschappelijke ruimte creëren. Wanneer KU Leuven Faculty of Architecture Altering Practices for Urban Inclusion Research Group de inplanting uittekende, was het dan ook hun opdracht om een goed evenwicht tussen privé- en collectieve ruimtes te vinden. De woningen nemen nu 2000 van de 6000 m2 in. Dat zorgt voor een goede balans tussen privé-woonruimte, gemeenschappelijke ruimtes voor de bewoners en ruimte voor socio-culturele partners.”
Hanna: “De invulling van de gemeen-schappelijke ruimte hebben we samen met de bewoners uitgetekend. Ook al bevindt die zich binnenin het gebouw, toch wordt het beschouwd als buiten-ruimte. De bewoners wilden een plek om elkaar, maar ook familie en vrienden, te ontmoeten. En er moest bovendien speelruimte voor de kinde-ren zijn, want in Molenbeek heb je op dat vlak niet veel opties. Nu is er dus een picknickplek met tafels en banken, aangekleed met vlaggetjes, lichtjes, … en een speeltoestel en fetsparcours voor de kinderen. De plek wordt veel gebruikt en zorgt voor een groter groepsgevoel. Op dit moment beginnen de bewoners zich hier thuis te voelen. Uiteindelijk gaven zij hun akkoord op een concept, een tekening, wat toch een sprong in het onbekende is. Het project was niet alleen voor ons, maar ook voor hen helemaal nieuw.”

Tijdelijk huren als duwtje in de rug
Stijn: “De huurprijs hangt af van het gezinsinkomen. We keken naar het maandelijkse inkomen en rekenden ongeveer een derde voor huisvesting. Hierdoor varieert de maandelijkse huurprijs tussen de 150 en 450 euro per maand. Dat dekt de huurprijs, het maandelijkse verbruik van elektriciteit en water en bevat een spaarbedrag. Dat spaarbedrag krijgt de huurder na de huurperiode volledig terug, maar zetten we nu opzij voor wanneer er schade zou zijn aan de woning.”
Hanna: “De huurders kunnen dus blijven tot maart 2022. Doordat we met WoonBox op tijdelijkheid inzetten, is het niet zo dat we deze huurders auto-matisch meenemen naar een volgend WoonBox-project. Via het individuele traject dat onze partners voor hen uitgetekend hebben, is het ultieme doel om de huurders te laten doorstromen naar structurele huisvesting. Zo hoorden we net dat een van de gezinnen via een SVK kan huren en de vader werk vond via ons partnerschap met Groep INTRO. Dat is een goed voorbeeld van hoe een woonbox rust en tegelijkertijd een boost geeft om opnieuw te kunnen werken aan de toekomst.”

Toekomst voor sociaal wonen?
Stijn: “Dit is op dit moment het enige WoonBox-project. Samenlevingsopbouw wil in Antwerpen en Gent een paar gelijkaardige pro-jecten opstarten. Onze collega’s in Antwerpen onderzoeken hoe ze woon-boxen in leegstaande kerken kunnen plaatsen, bijvoorbeeld voor jongeren of alleenstaanden die moeilijk huisvesting vinden. Ook in Gent bereiden ze een WoonBox-project voor.”
Hanna: “Via WoonBox kunnen we leeg-stand tijdelijk herbestemmen en al een invulling geven die bovendien een meer-waarde voor de buurt is. Dat kan ook voor sociale huisvesting interessant zijn, bijvoorbeeld om tijdelijk extra sociale woningen in dichtbebouwde kernen te creëren. Je moet je wel bewust zijn van de tijdelijkheid van het project. Wij kozen nu niet voor de kwetsbaarste profelen, net omdat we maar erg kort in dit gebouw kunnen blijven.”
Stijn: “Voor deze boxen zoeken we nu een nieuwe locatie en werken we aan een logistiek draaiboek om de op- en afbouw te optimaliseren. De woningen bouwen in één maand is zeker snel. Maar, de opbouw bleek toch een logistieke uitdaging: de panelen met verschillende vrachtwagens op locatie krijgen, de panelen sorteren, opbouwen, … Er is nog ruimte voor verbetering. Voor de op- en afbouw hopen we te kunnen samenwerken met bedrijven uit de sociale economie: nu al bouwde Art2Work twee woningen. Zij helpen laaggeschoolde Brusselse jongeren om zich te re-integreren in de arbeidsmarkt.”
“Daarnaast bekijken we hoe we de woonboxen kunnen verbeteren zodat ze in open lucht kunnen staan. Bij renovatieprojecten kunnen we zo de woonboxen in de buitenruimte van het te renoveren gebouw plaatsen en kunnen de bewoners er gewoon blijven wonen. Woonboxen kunnen zo helpen herhuisvesting vlotter te laten verlopen. Dit pilootproject is dus zeker geen eindpunt voor ons: wij zien absoluut toekomst in de woonboxen.”
Tekst: Tine Hendrickx, woordvoerder, en Elsie Luppens, business owner
Foto’s: Joost Joossen