OPPORTUNITEIT
PLEIDOOI VOOR FLEXIBILITEIT
Gezocht: open deuren voor jonge architecten
Sociale woningbouw, het is misschien wel een van de meest pertinente en dankbare bouw- en ontwerpvraagstukken. Jonge architecten zijn vaak geïnteresseerd in een carrière in deze sector, maar hoe begin je daaraan? En hoe stellen bouwheren zich flexibel op om hen kansen te geven?
Wonen is een basisrecht. Voeg er de sociale dimensie aan toe en je krijgt meteen te maken met betaalbaarheid en een zeker spanningsveld tussen intimiteit en collectief samenleven. De architect is een onmiskenbare schakel in dit verhaal.
Een stijgende aantrekkingskracht
Binnen de sociale woningbouw zie je almaar meer architecturale meerwaarde. Dat verkleint langzaamaan het stigma rond sociale woningen en vergroot de aantrekkelijkheid van de sector. Als architect voor sociaal wonen kom je terecht in een solide segment van de bouwwereld, waarin je als professionele vastgoedspeler werkt voor een sociale huisvestingsmaatschappij (SHM). Jonge architecten zien het als een marktsegment met werkzekerheid waarin ze een maatschappelijke meerwaarde kunnen betekenen. Een plek waar ze hun creativiteit kwijt kunnen, in woonprojecten van verschillende groottes.

Projecten binnenhalen
Hoe begin je als jonge architect aan een carrière in de sociale woonsector? Het lijkt een werkveld zoals een ander. Maar hoewel het voor aannemers relatief laagdrempelig is om via openbare aanbestedingen bouwprojecten te realiseren, blijkt het voor jonge architecten helemaal niet zo eenvoudig om projecten binnen te halen.
“Jonge architecten zien het als een markt met werkzekerheid waarin ze een maatschappelijke meerwaarde kunnen betekenen."
Nochtans heeft de sector baat bij de vernieuwende input van jong talent. Sociaal bouwen bevindt zich namelijk in een sterk evoluerend woonlandschap, waarbij de randvoorwaarden strikter worden. Bouwheren moeten jonge talenten voldoende kansen aanreiken om zich te profileren en ontplooien.
Leertrajecten
In het verleden werkte de VMSW samen met partners aan enkele architectuurwedstrijden op instapniveau. De ‘Meesterproef Sociaal Wonen’ en ‘Jonge Architecten Aan Zet’ boden kansen aan startende architecten om een eerste ervaring op te doen binnen sociaal wonen. Die opdrachten vormen een leertraject, en bij een geslaagd project kunnen ze makkelijker verder in de sociale huisvestingssector.
Begrenzing door referenties
Bij selectieprocedures vragen bijna alle sociale huisvestingsmaatschappijen een bepaald aantal referenties binnen de sector, afhankelijk van het schaalniveau van de opdracht. En daar krijgen architecten zonder ervaring in sociaal wonen het moeilijk. Referenties op de private residentiële markt of in andere publieke sectoren aanvaarden ze vaak niet, hoe talrijk en kwalitatief die ook zijn. Zo lijkt het alsof het segment van het sociaal wonen bestaat uit een gesloten circuit van een vast aantal ontwerpers.

Referenties opvragen is gegrond, maar die moeten niet noodzakelijk allemaal van sociale woonprojecten zijn. Verschillende architectuurpraktijken werken in de privésector met de bestekken van de VMSW en met de simulatietabel om de raming af te toetsen. Iedereen kan zich dus snel inwerken in het sociale marktsegment. Los van het afgelijnde financiële plafond en de wetgeving op overheidsopdrachten, is het verschil met de private markt niet zo groot.
Een pleidooi voor flexibiliteit
Moeten wedstrijdformules zoals Jonge Architecten Aan Zet (JAAZ) opnieuw op vaste tijdstippen georganiseerd worden? Het zou voor veel jonge architecten een mooie springplank zijn.
“Het aantal gevraagde referenties maakt het jonge architecten moeilijk om in de sector te stappen.”
Maar vooral: moeten sociale bouwheren openstaan om jonge architecten zich wél te laten kwalificeren zonder sectorervaring? Bijvoorbeeld door hen te begeleiden door een ervaren architect binnen sociaal wonen? Het is zeker geen nieuw gegeven, want zo gaat het ook bij JAAZ en de Meesterproef Sociaal Wonen.
SHM Volkswelzijn stopte vier jaar geleden met referenties opvragen als architecten deelnemen aan een selectieprocedure. Ook architecten die net hun stage afgerond hebben, kunnen meedoen. De vernieuwende aanpak van de jongere architecten, ook op technisch vlak, valt absoluut niet te onderschatten. Het leidt vaak tot realistische en weloverwogen keuzes met een meerwaarde.
De VMSW staat open voor andere ideeën om jonge architecten te ondersteunen bij hun eerste ervaringen in sociaal wonen. Zijn er vanuit de woonmaatschappijen opportuniteiten of suggesties voor wedstrijdformules? Is er vraag naar uniformiteit in de criteria voor de selectie van een ontwerper? Is er nood aan workshops of peterschap voor de VMSW-documenten en werkwijzen voor jonge architecten? Onze expert architectuur hoort het graag!
Contact: els.struyf@vmsw.be
Tekst: Niko Baekelandt, projectverantwoordelijke architectuur