KAMERWONEN - RUIMTE VOOR EXPERIMENT

 

Begeleid kamerwonen in de Ierlandlaan  

 

In 2017 lanceerde de Vlaamse Regering een oproep voor experimentele woonvormen. Die gaf projecten die gemeenschappelijk en vernieuwend wonen stimuleren een flexibeler juridisch kader om op te starten. Wat betekende die proefomgeving voor de sociale huisvestingsmaatschappijen en hun huurders? Dat zochten we uit bij een van de projecten: het Co-Living huis in Zwevegem.  

 

Het doel van de oproep? Mogelijke knelpunten in de toenmalige wetgeving opsporen om nadien eventuele aanpassingen door te voeren. Het succes van de oproep maakte duidelijk dat de vraag naar gemeenschappelijke woonvormen groot was. Een van de 28 geselecteerde projecten is het Co-Living huis in de Ierlandlaan in Zwevegem. Sofie Vanassche van Eigen Haard en Stijn De Winter, bewoner van het Co-Living huis, vertellen erover.  

 

 

De vijf bewoners van het Co-Living huis in Zwevegem poseren voor de woning

 

 

Waarom deed Eigen Haard mee aan de oproep experimentele woonvormen? 

 

Sofie: “We werken al langer samen met Groep Ubuntu, een organisatie die professionele hulp biedt aan personen met een ondersteuningsvraag. Voor hen waren we nog op zoek naar een grotere woning om samenwonen onder begeleiding mogelijk te maken. Daarnaast nam de vzw Co-Living contact met ons op over hun zoektocht naar een woning voor hun kinderen met een ondersteuningsnood. Met die twee vragen in ons achterhoofd, zijn we meteen ingegaan op de oproep en konden we volgen met de vermaatschappelijking van de zorg.”  

 

 

Welke voordelen had de oproep? 

 

Sofie: “Het grootste voordeel was dat we mochten afwijken van de opgelegde oppervlaktenormen van de VMSW en van de standaard toewijzingsprocedure van sociale huurwoningen. De slaapkamers hebben elk een eigen badkamer en zijn ruimer dan normaal, zodat de bewoners er een eigen zithoekje kunnen maken. Bovendien konden we een gemeenschappelijke leefruimte inrichten en financieren. Daarnaast verliep het toewijzen van de kandidaten flexibeler. Door te bouwen met Design & Build ging het ook heel snel. Er zat maar drie jaar tussen het eerste idee en de eerste steenlegging.” 

 

 

“We mochten afwijken van de oppervlaktenormen en van de standaard toewijzingsprocedure.”

 

 

Hoe worden de kamers toegewezen? 

 

Sofie: “De kandidaten staan bij ons op de wachtlijst en voldoen aan de inkomens- en eigendomsvoorwaarden. De toewijzing gebeurt door Groep Ubuntu en Co-Living. Ze moeten natuurlijk een goede groep kunnen vormen. Een nadeel is dat we de begeleiding door Groep Ubuntu niet als voorwaarde voor verhuring kunnen opnemen in het huurcontract. Daardoor lopen we het risico dat we de huurovereenkomst niet kunnen opzeggen wanneer iemand de begeleiding zou stopzetten. Ook een correcte huurprijs bepalen bleek moeilijk, omdat zowel de oppervlakte van de slaapkamers, als de gemeenschappelijke ruimte in rekening moesten worden gebracht.”

 

 

Zicht op het project vanop de straat.

“Het lijken drie woningen, maar het zijn er twee.”

 

 

Hoe is het project opgenomen in de buurt?


Sofie: “Langs de buitenkant lijken het drie woningen naast elkaar, wat mooi aansluit bij de omgeving. In werkelijkheid zijn het twee woningen. Het Co-Living huis met vijf slaapkamers en een andere woning met zeven slaapkamers. Allebei hebben ze een gemeenschappelijke leefruimte. Verder is er in het huis met zeven kamers een extra lokaal met aparte ingang die opengesteld wordt als ontmoetingsruimte voor de buurt. De gemeente Zwevegem strijdt al jaren tegen kansarmoede door middel van een zorgnetwerk. Een buurtwerker organiseert activiteiten in deze ruimte en ook de vzw Weg-Wijs mag er gebruik van maken. Daardoor worden de bewoners van het Co-Living huis vlot opgenomen in de buurt.” 

 

 

Tekst: Marie Swyzen, projectverantwoordelijke infrastructuur 
Foto's: Emily Ampe

Bewoner aan het woord

Portretfoto van Stijn De Winter

 

Stijn De Winter is 31 en woont in het Co-Living huis. Via het aanbod van Groep Ubuntu werkt Stijn bij werkervaringsfabriek ’t Alternatief, bij de bibliotheek en bij de manege. Daarnaast gaat hij naar vormingsactiviteiten en gaat hij fitnessen, zwemmen, paardrijden, basketten en lopen. 

 

Hoe kwam je in het Co-Living huis? 

Stijn: “Mijn ouders hebben Co-Living samen met vier andere ouderparen opgestart. Ze willen dat ik zelfstandig maar wel begeleid kan wonen, voor als ze moesten wegvallen. En natuurlijk wou ik ook graag alleen wonen.” 

 

Met wie woon je in het huis? 

“Met mijn vrienden Tony, Hannes, Laurence en Lien. Ik ken hen al van op school en van de scouts. Dat is het leukste aan het wonen in de Ierlandlaan. We organiseren na het werk tal van activiteiten, zoals kookavonden. Want als er één nadeel is aan alleen wonen, dan is het wel dat ik het lekkere eten van papa moet missen.” 

 

Wat helpt jou bij het zelfstandig wonen?

“We trekken goed onze plan. Op school en tijdens de dagbesteding leerden we veel, zoals de was doen en de nieuwe busroute tussen het huis en Kortrijk nemen. ‘s Ochtends en ‘s avonds zijn de begeleiders van Ubuntu of familiezorg er voor als we vragen hebben. Gebeurt er ’s nachts iets? Dan kunnen we via een centraal oproepsysteem hulp vragen. Op termijn zouden we sommige oproepen zelfs kunnen doorschakelen naar een buurtbewoner. Bij een rondvraag bleek dat er buren zich kandidaat stelden om een oogje in het zeil te houden. En in het weekend gaan we weer naar onze ouders.” 

 

“Er hangt een scherm in de keuken waarnaar onze ouders herinneringen kunnen sturen en waarop we boodschappenlijstjes en planningen kunnen maken. We kunnen er ook op zien wat voor weer het zal worden. Zulke snufjes konden we aankopen door onze inzamelacties. Tijdens bewonersvergaderingen bespreken we met onze ouders wat we nog willen doen of aankopen. Dat zorgt er allemaal voor dat we zelfstandiger leven.”